Mijn
huisarts kijkt mij van achter zijn bureau met vragende ogen aan. Ik
ben naar zijn spreekuur gekomen om me in te laten enten tegen
de rodehond. Ongeveer twee maanden daarvoor heb ik hem ook bezocht.
Mijn menstruatie is onregelmatig, pijnlijk en overvloedig.
Ik kom thuis met drie strippen anti-conceptiepillen, langzaam breekt het besef door dat ik niet onvruchtbaar gemaakt wil worden Integendeel ik wil een kind. De strippen blijven onaangeroerd in de koelkast liggen.
Zijn
vraag brengt me met een sprongetje terug op het schoolplein uit mijn kinderjaren.
'In
spin de bocht gaat in, uit spuit de bocht gaat uit', klinken de
kinderstemmem over het schoolplein.
Zuster
Don Bosco trekt me dicht tegen zich aan en vraagt met vleiende
stem: ' En jij Sagita wat wil jij worden als je groot bent?'
Ik
ruk me los uit de donkerte van het zwarte habijt. Weg van de
stoffig ruikende boezem en spring midden in de bocht van het touw dat
door twee kinderen wordt rondgedraaid.
Als
ik de bocht weer uit spring kijk ik de non uitdagend aan: 'Ik
wil geen zuster worden,' zeg ik met schelle stem. 'Als ik groot ben
word ik een moeder.'
'Ik
wil moeder worden,' antwoord ik mijn huisarts. .
'Dat
is geen reden,' zegt hij zacht. 'Dat willen alle vrouwen.'
Vandaag is het dertig jaar geleden dat ik moeder ben geworden.