zondag 9 januari 2011

O, heerlijke Griep! slot

Ziek kind 1986                                                                                                                                             aquarel 


Sinds een half jaar staat er bij mij in de woonkamer een Sony flatscreen van flink formaat me zwart aan te kijken. Stop je er een mooie film in, dan wordt het een ander verhaal. Dus pak ik een plaid, schik de kussens en nestel me op de ruime Ikeabank in gezelschap van een flinke stapel Dvd's en een grog waarin ik bij gebrek aan cognac maar whiskey heb verwerkt.
Ik heb lange films uitgezocht, zodat ik lang kan blijven liggen. De North and South serie over de Amerikaanse burgeroorlog heb ik pas nog bekeken. The Godfather dan? Nee toch maar niet. Geen zin in al die lijken. Ik kies voor: ' De Graaf van Monte Cristo' met Gérard Depardieu in de hoofdrol. Die heb ik echt heel lang niet meer gezien en duurt alles bij elkaar zeven uur. Af en toe haalt de griep me even in en val ik in slaap, maar dat is dan weer zo fijn van een Dvd!

De volgende dagen prop ik de ene na de andere film in de bek van de DVD speler. Kijk op een videoband, lang geleden opgenomen documentaires terug met in de hoofdrol Doris Lessing, Agatha Christie en een uitzending van Nachtsalon met ach...Michaël Zeeman nog, in gesprek met Aya Zikken. Allemaal vrouwelijke schrijvers. Toevallig? Mijn vingers jeuken. Ik bedwing me. Geef me over aan de beelden en het leidmotief van de film Dr. Zjivago:' Somewhere my Love.' De balalaika zingt als een leeuwerik hoog boven het orkest een lied van hoop en vrees. In een golvende beweging trekken uitgestrekte narcissenvelden en lange ijskoude winters op het flatscreen aan mij voorbij.

Helemaal geïnspireerd sla ik later het boek toch open. Ondanks dat ik lezen in bed , zeker met zo'n dik boek, een bijna onmogelijke opgaaf vind, ben ik direct geboeid. In het voorwoord maakt Peter d'Hamecourt een vergelijking met de film. Overheerst in de film de romance tussen Joeri en Lara met de revolutie als decor. Het boek is een politiek document, een aanval op het kwaad: de revolutie zelf, die monsters als Stalin voort brengt. Bij het lezen van het eerste hoofdstuk bewonder ik de mooie woorden van Nicolaj Nikolajewitz. De oom van in het boek Joera genoemd en die de opvoeding van zijn neefje, na het overlijden van zijn zus op zich heeft genomen.
Ik bijvoorbeeld heb nooit geweten dat ik niet in de natuur, maar in de 'historie' leef. Dat ik dat aan het op naastenliefde gebaseerde Christendom te danken heb en dat de vooruitgang alleen vanuit deze bezieling mogelijk is. Ik citeer: 'Pas na Christus hebben de eeuwen en generaties vrij kunnen ademhalen. Pas na hem begon het leven in het nageslacht, en sterft de mens niet meer op straat tegen een schutting, maar thuis in de historie.'

Dat is het dus! Zonder het te weten, heb ik het gedaan. Vertel mijn jongste zoon dat het 'not done' is om thuis eerst alle schappen leeg te eten en terug te keren naar je studentenkamer zonder eerst een nieuw voorraad voor je zieke moeder te halen. Dat ik zelf mijn zieke vader heb verzorgd. Bij ieder attaque mijn boekentas heb gepakt tot hij op een dag onder zijn eigen dak in mijn armen is overleden. Dat je niet moet willen leven in een maatschappij waarin mensen niet meer voor elkaar zorgen!
Slapend kind 1988                                                     krijttekening                                                    

                                    
Mijn zoon. Hij begrijpt en leert snel. Haalt een tas vol boodschappen bij Albert Hein. Blijft nog een dagje langer thuis en roept bij zijn vertrek: 'Je moet me wel bellen hoor Mam, als je me nodig hebt!'


Nog niet genoeg van de griep? Hier vindt u een verhaal over de Mexicaanse griep.

vrijdag 7 januari 2011

O, heerlijke Griep! (2)


Ik druk een aspirine en een paracetamol uit de strips in een glas half gevuld met water. Zie toe hoe de tabletten langzaam uiteenvallen in vormeloze hoopjes namaak sneeuw. Schud en gooi de witte vloeistof in één keer achter in mijn keel. Met dit mengsel verhoog ik de kwaliteit van mijn griepleven. Dr. Zjivago van Boris Pasternak, kijkt mij van het nachtkastje verleidelijk aan. Ruim 500 pagina's dik en vertaald door Nico Scheepmaker kocht ik het boek voor de kerst van 2009 en hoewel het sinds die tijd steeds zichtbaar aanwezig in mijn nabijheid verkeert, heb ik er alleen wat in gebladerd. Ik neem het opnieuw in mijn handen. Weeg het denkbeeldig in een op- en neerwaartse beweging.

Bij dikke boeken moet ik altijd terugdenken aan mijn grootmoeder. Zie ik haar weer zitten in een stoel in de tuin van mijn ouderlijk huis met op haar schoot 'Oorlog en Vrede' van Tolstoi. Ik heb het waargenomen en geen vragen gesteld. Het is meer de verwondering die is blijven hangen: dat mijn grootmoeder, dat kleine vrouwtje, de echtgenoot van een daggelder, van die dikke uit het Russisch vertaalde boeken las! Grootmoeder verraste mij overigens wel meer. Bij voorbeeld de keer dat ze 's avonds met mijn ouders en een oudere broer of zus een spelletje kaart speelde. Pandoeren heette het spel. Vraag me niet naar de inhoud. Ik was een kind en nam enkel waar. Zwartgebloemd jurkje, grijs vest losjes om de schouders en het witte piekhaar dat altijd weet te ontsnappen aan de grote schuifspeld, die achter op haar hoofd de boel bij elkaar moet houden, bestudeert ze de kaarten in haar hand. Ze is aan zet. De spanning in de kamer loopt op en terwijl ze een kaart uit haar hand pakt, zegt ze: 'Nu zal je eens een aap zien neuken.'

Mijn grootmoeder – Ruim zeventig jaar oud. Halverwege de jaren vijftig. De seksuele revolutie is nog niet begonnen. Het duurt nog jaren voordat Joop van Tijn tijdens de presentatie van 'Open en Bloot' het hele Nederlandse volk inclusief de regering zal shockeren door, in beeld en weliswaar bekakt, het woord hardop uit te spreken. – gebruikt, alsof dat doodgewoon is, het woord: neuken! Ja nu kunnen we erom lachen, maar toen staarden wij grootmoeder ongelovig aan. Begrepen niet hoe het mogelijk was dat er zo'n woord kwam uit dat lieve zachte al wat rimpelige mondje!

O, heerlijke Griep! (1)


Nog voor ik iets uit de media heb vernomen, lig ik al geveld en dat nog wel op de allereerste dag van het nieuwe jaar. De afspraak die ik rond het middaguur maak om de volgende dag mijn jarige broer persoonlijk te feliciteren zeg ik per omgaande af. Griep komt als een dief in de nacht, maakt van je agenda een waardeloos vodje papier.

Het is even wennen! Kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst, rillerig en gewapend met een rol keukenpapier in mijn slaapkamer verdween. Ik dacht dat ik in de eerste veertig jaar van mijn leven wel zo'n beetje alle griepvarianten had doorgewerkt. Niet dus!
Het duurt niet lang voor ik de voordelen van een griep krijgen ontdek. Om te beginnen hoef ik mijn hond niet uit te laten.
'Moet ik dat doen!'
'Ja,' antwoord ik mijn ruim twintigjarige zoon, die sinds de kerstdagen zijn studentenkamer in Breda heeft verruild voor het goedkope gemak van zijn oude kamer thuis. 'Tenzij je me dood wil hebben, lijkt het mij niet verantwoord dat ik met een hoofd vol snot en 39 graden koorts Jip uit ga laten.'
'Kan je de buurvrouw niet vragen!' Probeert hij nog, maar ik ben onverbiddelijk. Wijs hem er fijntjes op dat ik hem in de zomer van 2009 , toen hij als een van de eersten met de Mexicaanse griep thuis kwam, zonder morren en met liefde heb verzorgd.

Een griep krijgen is eigenlijk heerlijk! Het is een voorziening van God om ons arme tijdeigenen even los te koppelen van alles wat we moeten doen. Griep kan een nieuw begin in je leven zijn. Ik denk aan hoe Aya Zikken ooit haar schrijversbestaan begon. Man griep, twee dochtertjes griep en zij maar sloven en dromen van de verhalen die ze op wilde schrijven, maar waar ze geen tijd voor vond. Ze hoopte dat ze ook griep zou krijgen en die losgewoelde tijd zou kunnen gebruiken voor zichzelf. Waarom weet ik niet, maar moeders krijgen nooit griep, ook Aya niet. Ze vervloekte de god die haar onthield van wat ze zo nodig had en wendde griep voor. Sloot zich op in de slaapkamer met pen en schriftje en schreef het met een aaneengesloten pennestreek vol. Het was de aanzet van haar boek 'Als wij groot zijn, dan misschien,' waar ze in 1954 mee debuteerde en haar naam mee zou vestigen. Ik heb meerdere boeken van haar in mijn bezit. Haar dochter, waar ik mee bevriend was, vertelde mij het verhaal. Kinderen hebben het moeilijk als ze opgevoed worden door een moeder die zelf ook wat wil. Daardoor beïnvloed vond ik Aya in die tijd een ontaarde moeder. Nu en zelf moeder van twee grote zonen vraag ik me soms af : Wie is er hier niet geaard?